Groene-warmtesystemen (zoals warmtepomp, warmtenet, zonneboiler, warmtepompboiler) stoten nauwelijks tot geen schadelijke stoffen uit. Bij verwarmingsketels op fossiele brandstoffen is dat wel het geval, al stoot een nieuwe aardgasketel minder schadelijke stoffen uit dan een nieuwe stookolieketel. Bij een oude stookolieketel ligt de uitstoot nog hoger.
In de Europese klimaatdoelstellingen zijn de CO2-doelstellingen per lidstaat bepaald. De focus van het Vlaamse beleid ligt daarom in eerste instantie op de uitfasering van die verwarmingsketels op fossiele brandstoffen die voor de grootste CO2-uitstoot zorgen en voor de meest negatieve milieu-effecten. Effecten bij winning en transport van brandstoffen rekenen we daarin niet mee. De effecten op energiedoelstellingen, gezondheid en emissies binnen Vlaanderen zijn prioritair.
De uitstoot van schadelijke stoffen is dus de belangrijkste reden voor de geplande uitfasering van stookolieketels.
- Een warmtepomp stoot het minste broeikasgassen en geen lokale schadelijke stoffen uit. Een warmtepomp maakt wel gebruik van koelmiddelen, als medium om warmte te transporteren. Koelmiddelen hebben negatieve milieu-effecten. Die beschouwen we onder ‘broeikasgassen die een warmtepomp uitstoot’.
- De verbranding van aardgas levert 24 procent minder broeikasgassen (CO2) op dan de verbranding van stookolie. De uitstoot van CO2 speelt een belangrijke rol in de klimaatverandering.
Een nieuwe aardgasketel stoot 45 procent minder stikstofoxide (NOx) uit dan een nieuwe stookolieketel.